Column: Live

Voor het interview konden we elkaar niet ontmoeten. In 2019 voelde dat nog vreemd. ‘Dan maar via WhatsApp-video’, opperde ik. Zoom of Teams waren nog niet geïntegreerd in ons dagelijks leven. Vanuit Hollywood vertelde Ismaël (toen 43) me die dag over zijn leven met longkanker.

Column: Ruimtevaarder

Eindelijk! Een vacature voor Job. Het stond zelfs zo aangekondigd in een Vlaamse krant. ‘Job alert: na meer dan tien jaar werft het Europese ruimtevaartagentschap ESA weer astronauten aan.’ En, ik ging ervoor zitten, ‘dat hoeven geen supermannen of supervrouwen te zijn’.

Column: Sneeuw

Na twee dagen binnenblijven vond ik dat Job er ook maar even uit moest. Een paar meter van ons huis stonden we al muurvast. Rolstoelwielen klem in de sneeuw. Op de grote weg zou het vast beter gaan, hoopte ik, dus moesten we zien dat we het einde van ons woonerf haalden.

Column: Zeventien

Er is een foto. Job ligt in het grote bed met zijn hoofd op de borst van Rob. Hij kijkt blij, zoals hij meestal blij kijkt. Omdat het ochtend is, omdat de dag begint, omdat hij bestaat. Op de foto is Job nog een baby. Ik moet eraan denken als ik de slaapkamer binnenkom en Job opnieuw zo zie liggen. Het lijkt of hij nooit is weggeweest.

Column: Jarig

In dit soort deprimerende tijden ga ik graag op zoek naar de voordelen van het hebben van een gehandicapt kind. Dit is er weer eentje: mijn zoon kent zijn eigen geboortedatum niet. Handig, want zonder dat hij het merkt, kunnen we zijn verjaardag schrappen. Voor zijn eigen bestwil uiteraard.

Column: Restaurant

Buiten lag sneeuw. Ik trok mijn laarzen aan en stapte in de auto. Twee minuten later meldde noemde ik mijn naam aan de balie van het restaurant. Het meisje liep mee en zette de prachtig opgemaakte borden in mijn kofferbak. Thuis stond de wijn al te luchten.

Column: Prik (2)

We kunnen onderhand een handeltje beginnen in coronavaccins. Zo veel mensen boden Job ‘hun’ prik aan de afgelopen week. Aanleiding was een column over onze gehandicapte zoon die volgens de overheidsregels niet in aanmerking komt voor een vaccinatie. Terwijl we er zo naar hadden uitgekeken.

Column: Prik

In het holst van de nacht fiets ik naar het ziekenhuis. Met een mondkapje op sluip ik langs de portier. Binnen verstop ik mijn winterjas en hul me in een operatiekleed. Zo onopvallend mogelijk wandel ik op blote voeten door de gangen.

Column: Aisha

Maandagmiddag was ik op weg naar zee. Langs de A9 doemde plotseling Schiphol op. Boven de autobaan hing een vliegtuig. Ik moest oppassen niet van de weg te raken, zo graag wilde ik kijken naar die gespreide vleugels en de wielen die als de klauwen van een buizerd op me af kwamen. Het was een beeld uit vervlogen tijden.