Column: Boomer

Boomer is verkozen tot Van Dale Woord van het Jaar. In huize H. leidde dat tot applaus. Er is geen woord dat in 2019 vaker viel binnen de muren van ons aangepaste huis.

Alleen staat ‘boomer’ bij ons niet voor een conservatieve ouwe zeur, maar voor een luie blauwe beer. Boomer speelt een hoofdrol in de film Wonder Park. Hij woont in een imaginair attractiepark dat plots tot leven komt.
Job identificeert zich sterk met deze anti-held. Het eerste dat hij ’s ochtends zegt is: “Ik ben Boomer.” Vervolgens herhaalt hij minstens acht keer dat Boomer in de achtbaan zit en ‘aaaah’ zegt.

Eenmaal beneden wil Job steevast Boomer kijken. Op de iPad weet hij haarfijn te navigeren naar de scène van de angstige beer in het karretje. Aan het ontbijt speelt hij ‘de schreeuw’ net zo vaak af tot een van zijn ouders de krant dichtslaat en hem toesnauwt dat hij nu écht een ander stukje moet kijken.

Als Sinterklaascadeau maakte Rob voor zijn zoon een boek van Boomer: hij speelde de film af op de computer, maakte stills van alle berenscènes en plakte ze achter elkaar in een digitaal foto-album. Het boek werd vanzelfsprekend een hit.

Voor datzelfde Sinterklaasfeest reed mijn broer naar België om in een speelgoedwinkel een knuffel-Boomer op te halen. Het beest was speciaal besteld in Amerika en kon alleen in Brugge afgeleverd worden. Niet veel later zat ik met naald en draad op de bank omdat Boomer een open ruggetje bleek te hebben en door Job in een onbewaakt ogenblik was ontdaan van zijn vulling. De blauwe huisvriend figureert nu in een kerstvideoclip die Rob voor Job maakte – Boomers armen worden aangestuurd met touwtjes. We zien de beer dansen op Jingle Bell Rock.

Ons Woord van het Jaar 2020 kan ik ook alvast voorspellen: Boomer.