Als Job kon stemmen, stemde hij op Mark Rutte. Hij ziet hem inmiddels als een favoriete oom die aankondigt dat we de komende tijd alleen maar leuke dingen gaan doen.
Column: Rutte

Als Job kon stemmen, stemde hij op Mark Rutte. Hij ziet hem inmiddels als een favoriete oom die aankondigt dat we de komende tijd alleen maar leuke dingen gaan doen.
Annemarie Haverkamp heeft de Anton Wachterprijs gewonnen. Deze prijs, voor de beste debuutroman van de afgelopen twee jaar, krijgt ze voor haar boek De achtste dag, dat in 2019 uitkwam.
Jammer eigenlijk dat mensen korsetten altijd onder hun kleding dragen. Niemand ziet het, terwijl korsetten ware kunststukjes zijn. Op de werktafel staat de nieuwe gipsafdruk van Jobs romp. Grillige vormen die tegelijkertijd zacht en rond zijn. De vingerafdrukken van de schepper staan nog in het materiaal.
Annemarie Haverkamp, die eerder al de Bronzen Uil won met haar debuutroman, staat met De achtste dag op de shortlist van de Anton Wachterprijs, de prijs voor het beste Nederlandstalige literaire prozadebuut van de afgelopen twee jaar.
Precies één dag was alles perfect. Vanuit de panoramasauna staarde ik over het meer. Ik zag meerkoeten zwemmen, de glinstering van de zon op het water. Job was naar school en ik gunde mezelf een vrije dag in dit megalomane wellness-oord. Voor het eerst omarmde ik corona: dankzij de strenge regels mocht slechts een beperkt aantal gasten naar binnen.
Maandagavond negen uur, telefoon. Het is Jobs juf. Of we even kunnen overleggen over de eerste schooldag morgen. Ze vraagt hoe wij willen dat Job wordt verzorgd. Denk aan situaties waarin de juf hem op de mat legt (Job mag op school altijd even liggen) of naast hem achter de computer zit.
Ik zoek een lege loods of een verlaten fabriekspand. Iets enorms met zeeën van ruimte. Toen we vijftien jaar geleden ons huis kochten, dachten we dat het groot was. Job had nog een compact poppenformaat, daardoor leek het een pakhuis.
Hoe vaak heb ik hier al met mijn moeder gelopen? We struinen langs wel duizend rollen stof. Soms wijst zij iets aan, soms ik. Die oranje met luiaards? Te kinderachtig. Blauw met vissen? Beter voor een 16-jarige.
Mijn vader belt onverwacht. “Waar ben je?” “In de Telpost.” “Daar zijn wij ook.” Ik vlieg naar het raampje aan de achterkant. Op de dijk staat een wit busje met twee zwaaiende zeventigers. Mijn ouders!
Boomer is verkozen tot Van Dale Woord van het Jaar. In huize H. leidde dat tot applaus. Er is geen woord dat in 2019 vaker viel binnen de muren van ons aangepaste huis.