Column: Rutte

Als Job kon stemmen, stemde hij op Mark Rutte. Hij ziet hem inmiddels als een favoriete oom die aankondigt dat we de komende tijd alleen maar leuke dingen gaan doen.

Dinsdagavond klokslag zeven uur zaten we met het hele gezin voor de beeldbuis. Zodra Rutte in beeld kwam, wist Job genoeg. “Thuis blijven!” riep hij. “Niet naar school! Alle mensen ziek! Jammer!”
Net als de vorige keren dat we samen naar de persconferentie keken, maakte ‘de baas van Nederland’ ons kind blij. Opnieuw zouden voor Job gouden tijden aanbreken.

Na de uitzending belde ik de familie. Hoe moest dat nou met het land, en met mama’s verjaardag? Ze werd 75, maar zelfs samen eten zat er niet in.
Het was moeilijk somber te blijven met een uitgelaten kind op de achtergrond. Daar lag hij, onze risicogroep, vrolijk en wel. Voor een ‘kwetsbaar gezinslid’ zag hij er tamelijk onoverwinnelijk uit. Zou Job in staat zijn ooit terug te kijken op zijn leven, dan weet ik zeker dat de coronacrisis een hoogtepunt is. Niet alleen is het gezellig in huis, hij ontvangt ook nog eens alle knuffels die de mensen om hem heen aan een ander niet kwijt kunnen (lees: mogen). Het groepje dat dicht bij hem in de buurt komt, is minimaal: zijn vader, moeder en drie begeleidsters. Zij gaan dan ook all the way en duiken bovenop hem zodra ze hem zien. Job laat het zich royaal aanleunen. Voor hem voelt het helemaal niet of hem dingen worden ontnomen. In tegendeel.

Dat het virus speciaal voor hem levensgevaarlijk kan zijn, realiseert hij zich niet. Ons helpt het juist extreem voorzichtig te zijn. Job is mijn coronageweten, bij alles wat ik doe zit hij op mijn schouder.

Als party poopers moeten we hem alleen nog even vertellen dat de scholen na de herfstvakantie weer open gaan.