Column: Máxima

Op de familie-app verscheen een foto van Willem-Alexander en Máxima. Tien minuten later nog eentje. Ik keek eens goed en zag bekende huizen op de achtergrond. Toen pas begreep ik dat het koningskoppel in Deventer rondliep, in de nieuwe, hippe wijk van mijn ouders. De fotograaf was mijn vader, die er met zijn neus bovenop stond.

Ik moest meteen aan mijn moeder denken. Zij was er niet bij. Zij sjouwde op datzelfde moment met een stofzuiger door mijn huis in Nijmegen. Terwijl ik aan het werk was (op een echt kantoor), poetste zij mijn woning. Dat doet ze eens in de twee weken, op geheel vrijwillige basis overigens.

Mijn moeder had het heel leuk gevonden om Máxima in haar eigen straat te ontmoeten. Ik voelde me vreselijk schuldig, vooral toen ik zag dat zij even later ook aan het typen was in de familie-app. Ik stelde me voor hoe ze de vrolijke foto’s op haar schermpje vergrootte, mijn wc-borstel nog in de hand. Ze typte dat ze helaas vandaag in Nijmegen was.

Het bezoek van de koning was een verrassing. Maar ook niet helemaal, zei papa later aan de telefoon. De avond ervoor had hij twee veegwagentjes door de wijk zien rijden – gebeurde anders nooit. Dat Deventer op de agenda stond, was ook bekend. Mijn vader had nog tegen mijn moeder gezegd: “Blijf nou thuis morgen, je weet nooit.” Zij deed het af als gebazel en stapte dinsdagochtend koppig in de auto. “Krijg je spijt van”, riep hij haar nog na. Toen hij vanuit het keukenraam twee beveiligers in uniform zag aankomen, wist hij dat hij gelijk zou krijgen.

De familie-app stroomde vol met nieuwe close up-foto’s. Het koninklijk bezoek was zo ongedwongen, schreef papa. Er was maar een handjevol buurtgenoten aanwezig. Oh wacht, nu gingen Willem-Alexander en Máxima bij de buurvrouw naar binnen! Ik voelde me niet beter bij de gedachte dat die buurvrouw mijn moeder had kunnen zijn.