Column: 48 uur

‘Twee boterhammen met hagelslag graag.’ Tien minuten na het Whatsapp-bericht van mijn man zet ik het ontbijt voor de slaapkamerdeur. Ik roep dat hij maar smakelijk moet eten. Hij rochelt iets onverstaanbaars terug.

Spannende tijden in huize H. Robs kersverse griep kán corona zijn. Met een risicogroep-kind in huis schakelen we meteen over op standje extra voorzichtig.

Vanuit zijn bed probeert Rob naarstig iemand van de GGD te pakken te krijgen. Komt hij als vader en verzorger van een gehandicapt kind in aanmerking voor een snelle test?

De dame van de Rijksoverheid die uiteindelijk opneemt, denkt na enig uitzoekwerk van wel. Ze zal hem doorverbinden met iemand van de regionale GGD. Dat mislukt. Hij krijgt het antwoordapparaat van tropische infectieziektes. Nog eens bellen. Tig wachtenden voor u. Verbinding verbroken.

Na een halfuur meldt een andere dame dat er toch geen sprake is van prioriteit op basis van de gezinssituatie. Maar ze ziet dat er inmiddels wel een afspraak is gemaakt: om twee uur ’s middags in Grijpskerk.

Wij googlen: Grijpskerk ligt naast Gaarkeuken in de provincie Groningen op 202 kilometer afstand van ons huis. Op de fiets – Rob heeft geen rijbewijs – ben je elf uur onderweg.

Dat zal een vergissing zijn, zegt ze dan en ze vraagt door. “Wat doet u voor werk?” Rob werkt in de buitenschoolse opvang. “Op basis daarvan komt u wél in aanmerking voor een snelle test.” Ze zoekt een gaatje. Ach helaas, geen plek meer. Als meneer nou eerder had gebeld…

Pas als een ‘gewone’ afspraak is gepland bij de teststraat vlakbij ons huis, word ik nerveus. Wat als het echt corona is? Is Job al besmet? Rob zal de komende dagen boven blijven en ik leef met onze zoon beneden. Werk en school zeggen we af. Het worden 48 lange uren.