Nieuw: Het boek van Job

Achttien jaar lang beschreef Annemarie Haverkamp de wereld door de ogen van haar zoon Job. Ze begon al met een columnserie in de Gelderlander toen haar zwangerschap samenviel met de eerste van Máxima. Tot haar ontsteltenis bleek bij de geboorte dat Job een zeldzame chromosoomafwijking had. Hij ging niet staan en niet lopen. Zijn gezondheid was broos, maar lachen kon hij als de beste.

Column: Verdrietig

Het is een warme zomerdag. We fietsen door de Ooijpolder, jij zit met je rolstoel voorop. “Zie je die donkere lucht, Job?”
Jij kijkt omhoog. Ik vraag je wat dat betekent, die zwarte wolken.
“Regen.”
“En wat moeten we dan doen?”
“Snel naar huis!”

Column: Kiezen

Job was nog een baby. ‘Hij mocht kiezen of hij pindakaas of hagelslag op zijn boterham wilde’, schreven de leidsters in het dagverslag. Ik vermoed dat ik tegen Rob zei dat zoiets natuurlijk belachelijk was. Job kon helemaal niet kiezen, dat zag iedereen.

Column: Parijs

“Maar wij kunnen toch met z’n tweeën naar Parijs gaan?”
Ik schud mijn hoofd: “Nee, dat zou te gemeen zijn!”
Rob: “Hoezo? Job weet het toch niet?”
Daar heeft hij een punt. Job weet het niet. Maar toch.

Column: Tandenstokers

Ach, die lieve Job. Hij heeft nu bedacht dat hij alle coronazieken gaat genezen met tandenstokers. Zoals bij veel mensen met innovatieve ideeën speelt eigenbelang een grote rol. Want zodra iedereen beter is, kan Job naar Disneyland.

Column: Van der Valk

“Mag ik de QR-codes zien?” Gretig houd ik Jobs papieren vaccinatiebewijs onder de scanner van de gastvrouw in het restaurant. Vorige week vreesde ik nog dat we, door mijn schuld, zonder QR-code de verjaardagslunch van oma gingen missen.

Column: Personeelstekort

Op Jobs school zitten ze met de handen in het haar. De dame die alle kinderen helpt met eten, drinken en luiers verschonen is ziek. Vervangers zijn er niet. Op het taxibusje dat ons kind elke dag naar school brengt, prijkt een sticker met de tekst: collega’s gezocht.