Zomerserie Mijn Job (4): ‘In het water valt de zwaartekracht weg’

Job verlaat na negen jaar de basisschool. In een zomerserie laat Annemarie Haverkamp onmisbare helpers uit het speciaal onderwijs aan het woord. Vandaag: zweminstructrice Marjo Rijken (56).

‘Job is helemaal niet bang voor water. Hij kan wel tien tellen kopje onder blijven en als hij weer boven komt, lacht-ie. De laatste tijd heeft hij goede vorderingen gemaakt: hij kan los lopen in het water. Die oefening is belangrijk voor zijn rompstabiliteit en zijn hoofdbalans. Voor hem is het leuk om het gevoel te hebben van ‘dit kan ik zelf’. Als zweminstructeur werk ik samen met de fysiotherapeut. Kinderen die in het water lopen, trainen spieren die ze nodig hebben om eventueel ook op het droge te kunnen lopen.
Wat mij het meeste voldoening geeft, is als de kinderen plezier hebben in het water. Als je zoals Job de hele dag met een korset in een rolstoel zit, is het heerlijk om er even uit te kunnen. In het warme water valt de zwaartekracht weg en kun je veel gemakkelijker bewegen.

Marjo Rijken. Foto: Paul Rapp

‘Wanneer het kan, leer ik de kinderen zwemmen’

Ik heb iets met water. Na de mavo ben ik bij de Waterleidingsmaatschappij Den Bosch in dienst gekomen. Zes jaar heb ik daar op kantoor gewerkt, tot ik zwanger werd. Toen de jongste van onze drie kinderen vijf was, ben ik begonnen aan een opleiding tot zweminstructeur. Mijn stage liep ik bij hydrotherapie in de St. Maartenskliniek in Nijmegen, zo ben ik hier gekomen. Ik krijg allerlei mensen in het bad: met reuma, een dwarslaesie, spierziektes of hersenletsel.
Job heb ik toen hij nog heel klein was al eens lesgegeven. De laatste twee jaar zwom ik twee keer in de week met hem. De focus lag altijd op veel bewegen. Als hij op zijn buik in het water ligt op een drijfslang, probeer ik ook wel een zwemslag te oefenen. Wanneer het kan, leer ik de kinderen zwemmen. Bij Job is dat helaas niet gelukt, maar hij doet altijd erg zijn best. Ik hoop dat hij op zijn nieuwe school blijft zwemmen, dat is goed voor hem. Het is een lekkere knuffelbeer.

Ik geef ook Watsu, dat staat voor water-shiatsu. Het is een ontspanningsmethodiek, heel fysiek, waar ik een cursus voor heb gevolgd. Je houdt mensen dichtbij je en beweegt ze door het water. Ik dim soms het licht in het bad. Een keer viel een kind in mijn armen in slaap. Voor mij werkt dat ook ontspannend.
Op dit moment werk ik drie dagen bij de St. Maartenskliniek, een dag ben ik oppas-oma van mijn vijf kleinkinderen. Ik denk dat ik dit werk nog wel tien jaar kan doen als mijn lichaam het toelaat. Als je iets mankeert, kun je soms het water niet in. Ik heb inmiddels ook een basisdiploma tot medisch secretaresse gehaald. Mocht er iets met me gebeuren, dan zijn er misschien nog andere opties.’

De column van Annemarie Haverkamp is terug op zaterdag 2 september.