Column: Kabouters

Zij komt de kamer binnen met een taartschaal in haar handen, hij zet koffie in de keuken. Het lijkt zo gewoon, dit kerstbezoek aan mijn schoonouders. Maar terwijl ik vanaf de bank naar Robs moeder kijk, vraag ik me af wanneer ik haar voor het laatst heb zien lopen. Een paar weken geleden lag ze nog in het ziekenhuis, de keer daarvóór was ze te ziek om uit haar stoel te komen.

Rob staat bij de servieskast en wenkt me. “Deze kaarsenstandaards zijn meer dan honderd jaar oud”, zegt hij. “Ze waren van mijn moeders oma.”
We kijken naar broze zilveren kabouters die dunne kaarsjes vasthouden. Half december kwamen ze tevoorschijn uit de doos met kerstspullen. Rob was met de trein naar het Oosten van het land gegaan om met zijn vader een boom te kopen. Er mocht dan ongeneeslijke kanker de familie zijn binnengeslopen, het was óók bijna kerst.

Nu staat de blauwspar met rode ballen te pronken in de serre. Mijn schoonmoeder snijdt de taart en schuift ook voor zichzelf een bescheiden punt op een schoteltje. Haar eetlust komt langzaam terug, zegt ze. En nee, bijwerkingen van de chemokuur heeft ze nog niet. We praten over het nichtje dat op kamers gaat, over Robs zus die zo lief elke middag bij haar ouders komt kijken.

Als de spoedoperatie dit najaar was mislukt, hadden we hier nu niet gezeten. Maar niemand vindt het nodig dat hardop te zeggen. Ik luister naar de antieke wandklok die het laatste stukje 2018 wegtikt. Was het een goed jaar? We zijn er allemaal nog, dat is het belangrijkste.

Gearmd zwaaien Robs ouders ons uit bij de deur. In de auto zegt mijn man dat hij er nog lang niet klaar voor is om de kerstkabouters hun verlichtende werk te laten doen bij een volgende generatie.


Als de spoedoperatie dit najaar was mislukt, hadden we hier nu niet gezeten. Maar niemand vindt het nodig dat hardop te zeggen. Ik luister naar de antieke wandklok die het laatste stukje 2018 wegtikt. Was het een goed jaar? We zijn er allemaal nog, dat is het belangrijkste.
Gearmd zwaaien Robs ouders ons uit bij de deur. In de auto zegt mijn man dat hij er nog lang niet klaar voor is om de kerstkabouters hun verlichtende werk te laten doen bij een volgende generatie.