Column: Vliegen

Twaalf uur vliegen met een kind is al lastig. Het wordt een uitdaging met een jongen van 15 die gezien zijn kromming niet in een normale stoel kan zitten. Hoe doe je dat? Een handleiding:

  1. Boek vier stoelen op een rij. Standaard zit een gehandicapte voorin het vliegtuig, de stoel ernaast is voor een begeleider. Maar als de gehandicapte slechts kort rechtop kan zitten, volstaat die ene stoel niet. Reserveer dus voor een stevige meerprijs een complete rij in het middenpad. Het kind kan nu languit op dit luchtbed liggen. Zo nodig staan de drie medereizigers een paar uur in het gangpad. Zolang het kind blij is bespaar je de andere passagiers overlast.
  2. Zorg voor volle accu’s van ten minste twee iPads. Neem de nodige usb-kabels mee om onderweg bij te tanken. Vul de overgebleven ruimte in de toegestane handbagage met luiers, slabbers en (in ons geval) voorgeschreven drinkvoeding.
  3. Zeur niet over voeten in je neus of een zwaar hoofd op je schoot, maar lach erom. Voorlezen op ongezette tijden doe je zonder morren. Versleten kinderfilms bekijk je alsof je ze voor het eerst ziet. Spreek nóóit tegen je medereizigers uit dat je pas op de helft van de vlucht bent – droom stilletjes van witte stranden en een azuurblauwe zee.
  4. Neem een geduldige begeleidster mee op vakantie. Laat haar ook jou inspireren: als zij vriendelijk blijft, kun jij (uitgeputte ouder) het ook. Job kent onze oppas al dertien jaar. Zij vloog vorige week mee naar Bonaire.
  5. Vervloek de KLM als bij aankomst blijkt dat er met de rolstoel is gegooid waardoor wielen en hoofdsteun zijn ontzet. Dien een klacht in. Maar niet voordat je jezelf op een stevige aankomstdrank hebt getrakteerd. Want de vakantie begint NU!