Column: Kerst

Het asfalt was kleverig van de hitte. Wij wandelden in de schaduw en zongen ‘O denneboom’. Een week later kreeg ik ’s avonds drie zoenen van Job. ‘Vrolijk kerstfeest, mama.’ Ik stopte hem in. Alleen een lakentje, geen pyjama. Het was nog steeds tropisch warm in Nederland.
Beneden raapte ik de dvd’s bij elkaar. Kerst in Madagascar, Kerst met SpongeBob, Elmo’s kerstfeest. Ik zette ze terug in de kast. De vader van Job zat op het terras en stak de barbecue aan. ‘Hoe komen we aan een kerstboom?’ vroeg ik.
Job zat er helemaal in en wij zagen geen reden hem eruit te halen. Gezellig, kerst. Ons kind had het zelf bedacht, dat het al zover was. Waarschijnlijk had hij Het Grote Winterboek van Nickelodeon uit de kast gehaald. Of keek hij met een schuin oog mee naar tv waar een Samsom of Pechtold zei: ‘ho ho ho, meneer Rutte’.
Job slaat dan aan het associëren. Zijn vermogen om liedjes en melodietjes te onthouden is indrukwekkend. Het begon waarschijnlijk met de neurieversie van ‘Klingklokje’. Wij zongen ongetwijfeld enthousiast mee. Die sfeer deed Job denken donker en lampjes en samen op de bank tv kijken. Dus moest de kersversie van Madagascar in de dvd-speler. En daarna schoten hem al die andere films te binnen. De ene kerstman bracht hem naar de andere sneeuwpop. Welkom in het brein van Job.
De avond dat ik op het punt stond de doos kerstballen uit het verwarmingshok tussen de winterkleren vandaan te trekken, wenste Job me gelukkig nieuwjaar. Ik stopte even met het sjorren aan zijn armpje dat in de mouw van de pyjama moest – het was inmiddels begin september. ‘Jij ook, schat.’ Zei ik toen. En ik kuste hem op beide wangen.
Vorige week liep ik met mijn zoon door Intratuin. Mannen in groene overalls waren bezig met het uitpakken van dozen met kerststalletjes. Buiten waaide het hard. Job en ik wandelden lachend door de rolstoelvriendelijke gangpaden. Kerst? Mensenkinderen wat liepen ze hier achter. En we sloegen af naar de paastakken.