Column: Euforie

jarigejobIk ging er bijna zelf in geloven deze week. De boekpresentatie was een feestje waar lovende woorden werden gesproken, er kwamen journalisten van kranten om te vragen naar tien jaar Job en ons huis staat vol bloemen. Maar gelukkig was daar de hoofdpersoon zelf om de euforie te relativeren. ‘Job heeft flink overgegeven’, sms-te de oppas donderdagavond na de lancering van het jubileumboek Jarige Job. Mijn man en ik hadden net een nieuw rondje besteld in de kroeg waar we met de gasten proostten op zo veel succes. Daarop trok de vader van Job zijn jas aan en fietste door de nacht naar huis om lakens in de wasmachine te stoppen. Een afsluitende whisky-cola dronk hij in zijn eentje op de bank.
De laatste dagen kreeg ik een paar keer de vraag: waarom schrijf je al tien jaar over Job? Nou, dáárom dus. Omdat door Job altijd alles anders gaat. Niets is voorspelbaar, improviseren is de norm. En Job heeft geen idee.

Omdat ik Jarige Job zelf uitgeef, stond ons huis deze week vol dozen. ‘Mag ik ook boek zien?’ vroeg Job op zeker moment. Hij had ons erover horen praten. Natuurlijk! Ik was hem bijna vergeten in de hectiek en gaf hem een exemplaar waarin hij driftig begon te bladeren. Hunkerend naar de erkenning van mijn zoon ging ik naast hem zitten en vertelde ik dat ik het boek zelf had geschreven. ‘Oh mama, heb jij zélf gemáákt?’ vroeg hij op de toon die ik altijd aansla als hij met een monsterlijk herfststukje uit school komt. Ik knikte verlegen. Hij kantelde het boek en begon er op de Job-manier in de ‘lezen’: hij sloeg de pagina’s om als was het boek een kalender en wees op de plaatjes die hij herkende. Bij Patrick, de roze zeester uit SpongeBob op pagina 52 was het bingo. ‘Mama, kijk!’ Ik had mijn zoon blij gemaakt met mijn nieuwe boek en voelde me een held.
‘Neem maar mee naar bed, mag je er nog even in lezen’, zei ik genereus en ik bracht Job met de lift naar boven. Na twee minuten riep hij me vanuit zijn slaapkamer. ‘Mama, boek is uit.’ Hij hield het al omhoog zodat ik het kon aanpakken om op de boekenplank te leggen. Ik stond weer met beide benen op de grond. Les één voor het volgende boek: meer plaatjes van Patrick.
Ik kan niet anders dan blijven schrijven over Job.