Column: Eindexamen

Van sommige dromen wist ik niet dat ik ze had. Zoals deze: voorkomen in het vwo-eindexamen Nederlands. Stond bepaald niet op mijn bucketlist, omdat ik er nooit bij had stilgestaan dat vereeuwigd worden in een toets iets nastrevenwaardigs was.

Tot afgelopen vrijdag. Ik was op een middelbare school in Nijmegen om een artikel te schrijven over het eindexamen Nederlands. Een groepje neerlandici maakte zich al jaren boos over de inhoud – want niks te maken met het vak Nederlands – en boog zich over de editie van dit jaar. Braaf wachtte ik bij de deur van het lokaal om een hoogleraar na het examen te vragen naar zijn bevindingen. In de docentenkamer praatten we verder.

Tot een van de leraren opeens zei: ‘Weet je dat je voorkomt in het examen?’ Het leek me dat hij een grapje maakte. Maar nee. Tekstboekje erbij: ‘Kijk, hier sta je.’
Zowaar, mijn naam stond in de eerste tekst. Alle vwo-eindexamenkandidaten van Nederland hadden vandaag over mij gelezen. Van mijn professionele, journalistieke afstandelijkheid was opeens weinig meer over. Bij het groepje leerlingen dat ik vervolgens op dezelfde school interviewde, introduceerde ik mezelf als volgt: ‘Ik ben Annemarie Haverkamp, die uit het examen.’

Ooit deed ik zelf eindexamen Nederlands. Had iemand me toen verteld dat ik 25 jaar later zelf een opdracht zou zijn, dan had ik heel hard gelachen. Tjonge, wat kan het leven toch verrassend zijn.
Overigens was de tekst die de leerlingen moesten lezen niet van mijn hand, het betrof een artikel van NRC-columnist Bas Heijne waarin hij citeerde uit een eerder opiniestuk van mij in die krant – over gehandicapte kinderen. Maar toch.

Het examen mocht ik mee naar huis nemen. Wat een cadeau. Denk eens aan al die volgende lichtingen vwo-leerlingen die ‘2018’ als oefenexamen zullen maken. Ik ben onsterfelijk.